Het winterbos: Hoe komen dieren de winter door?
In deze blog ontdek je hoe verschillende dieren in Nederland de winter overleven en welke indrukwekkende overlevingsstrategieën ze gebruiken om de kou te trotseren.
In een diepe slaap
Om energie te besparen tijdens de winter trekken sommige dieren zich terug in een diepe winterslaap. Deze dieren eten zich in de herfst helemaal vol, zodat ze genoeg vetreserves hebben om het koude seizoen door te komen.
Tijdens de winterslaap daalt de lichaamstemperatuur van deze dieren drastisch en wordt hun stofwisseling tot een minimum beperkt. Dit stelt ze in staat maandenlang zonder voedsel te overleven, totdat de lente aanbreekt en de omstandigheden weer gunstiger worden.
Egels, hazelmuizen en vleermuizen zijn voorbeelden van dieren die in winterslaap gaan. Ze kruipen weg in beschutte plekken zoals holtes, onder bladeren of takken, en blijven daar in rust totdat de temperaturen weer oplopen. Maar ook insecten zoals lieveheersbeestjes, bijen en vliegen en amfibieën, als kikkers en padden houden een winterslaap.
Overwinteren in het zuiden
Gedurende de herfst en winter vertrekken verschillende vogels, zoals kivieten, vinken, zwaluwen en spreeuwen uit Nederland. Dit proces wordt migratie genoemd, waarbij de vogels die het land verlaten bekendstaan als trekvogels. Ze verlaten Nederland om naar warmere oorden te reizen, waar voedsel makkelijker te vinden is en de temperaturen gunstiger zijn voor hun overleving.
Wintergasten van Nederland
Er zijn vogels die het hele jaar door in ons land blijven. Dit zijn standvogels, zoals roodborstjes, pimpelmezen, merels, gaaien, grote bonte spechten, boomklevers en houtduiven.
Tijdens de koudere maanden komen er ook meerder wintergasten ons land binnenvliegen. Deze vogels vliegen uit koudere gebieden, zoals Scandinavië en Rusland en overwinteren in Nederland. Twee van deze gasten zijn koperwieken en kramsvogels. Zij voeden zich met de bessen van hulst en meidoorn, welke een onmisbare voedselbron is, vooral wanneer insecten schaars zijn.
Een voorraad aanleggen
Muizen en eekhoorns verzamelen in de maanden voordat de winter aanbreekt voedsel. Ze verstoppen zaden, noten en vruchten, zodat ze er in de winter bij kunnen wanneer er weinig voedsel te vinden is.
Eekhoorns kunnen hun voedsel op wel honderden plekken verstoppen. Een deel hiervan vinden ze terug, zelfs onder een dikke laag sneeuw. De eikels en noten die ze echter vergeten ontkiemen in het voorjaar, wat weer bijdraagt aan de verspreiding en groei van bomen.
Vossen, dassen, herten en zwijnen eten in de herfst extra veel om een goede vetreserve op te bouwen. Zowel herten, reeën als konijnen gaan in periodes van voedselschaarste in de winter over tot het eten van boombast.
Natuurlijke isolatie
Zodra de kou inzet krijgen dieren als konijnen, hazen, vossen, herten en reeen een wintervacht. Deze extra isolatie beschermt hen tegen de kou en helpt hen hun lichaamswarmte vast te houden.
Vogels zetten in de winter hun veren op als het koud wordt. Er ontstaat dan een luchtlaag tussen de veren die hun lichaam goed isoleert.
Beschutting zoeken
Ook zoeken dieren vaker de beschutting op. Zo spenderen zoogdieren, zoals konijnen, vossen, dassen en wezels veel van hun tijd in de winter door in holen onder de grond of in bomen. Vogels zoeken doorgaand beschutting in dichte struiken of holtes in boomstammen.
Een vos graaft soms een eigen hol, maar maakt ook gebruik van holen van konijnen en dassen. Soms delen vossen zelfs het hol met deze dieren. De wezel overwintert vaak in molengangen.
Dassen komen soms wel wekenlang hun dassenburcht niet uit. Ze zijn dan in winterrust. Zoals de naam al verraad vallen ze dus niet in een maandenlange winterslaap, maar doen dassen het in deze periode gewoon even extra rustig aan.
Wil je meer leren over het bos in de winter? Lees dan ook dit artikel: